
Het lijkt onwerkelijk en zo geplukt te zijn uit een boek van John Grisham: een President van een Rechtbank die lijkt aan te dringen op het vertrek van een advocaat wordt nu zelf onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek:
“De Hoge Raad heeft, na een verzoek van de hoofdofficier van justitie in Limburg, besloten dat het parket in Rotterdam moet onderzoeken of Bijker zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dat schrijft NRC. Volgens de krant zou Bijker de Maastrichtse advocaat Richard Wagemans onder druk hebben gezet om de advocatuur te verlaten.”
Nu lijkt me dat onderzoek – of ben ik te cynisch? – vooral bedoeld om aan te tonen dat er niets aan de hand is. Wie het boek van oud-rechter Ron Jue, Onrecht in de Rechtsbescherming waarin hij terugkijkt op 25 jaar als bestuursrechter over de – te volgzame – rol van de rechters in de Toeslagenaffaire en meer algemeen in het bestuursrecht heeft gelezen, zal vooral hopen dat er duidelijkheid komt.
Op blz. 95 wordt door Ron Jue beschreven hoe vanuit een hogere rechterlijke instantie getracht werd een dwarsliggende rechter op andere gedachten te krijgen:
“ In Almelo had ik een collega die in een bepaald soort vreemdelingenzaak steevast inging tegen een vaste lijn van de Afdeling bestuursrechtspraak. Een Rotterdammer avant la lettre dus. Hij vond die lijn onrechtvaardig en weigerde zich te voegen. Telkens weer werden zijn uitspraken door de Afdeling vernietigd. Het deerde hem niet, hij trok zich het lot van de vreemdeling in die zaken aan. De president van de rechtbank Almelo ontving op een dag een ‘amice-briefje’ van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak waarin hij deze kwestie onder de aandacht van de president bracht. Er ging een ‘amice-briefje’ retour waarin de president aangaf niets te kunnen uitrichten. De enig juiste reactie. Een rechter is onafhankelijk en autonoom in zijn oordelen. Alleen een oordeel in hoger beroep kan zijn beslissing overrulen
en niet een ‘amice-briefje’. Rechtbankrechters, toon meer Rotterdamse lef en wees minder doorsnee volgzaam.“
Dit zegt iets over hoe met kritische professionals wordt omgegaan en een dergelijk amice-briefje van de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is zeker niet bedoeld om enkel in je poëziealbum te plakken.
Een liegende advocaat – als partij in een procedure – zou niet fraai zijn, maar nog minder fraai lijkt me een magistraat die, terwijl dat liegen als partij niet vaststaat, dat gebruikt om een advocaat in zijn professionele hoedanigheid van advocaat eruit de bonjouren.
Voor wat geldt voor een advocaat als advocaat: Het is advocaten niet toegestaan om te liegen in een civiele procedure. Niet alleen is dit in strijd met de Gedragsregels advocatuur, ook kan de advocaat zijn cliënt daarmee in diskrediet brengen bij de rechter. In een civiele procedure moeten partijen hun verhaal volledig en naar waarheid vertellen. Het is een advocaat wel toegestaan om de feiten in het voordeel van zijn cliënt te presenteren. Goede advocaten weten hoe zij, binnen deze vrijheid, op een gepaste wijze hun wederpartij in een slecht daglicht kunnen stellen en daarmee de rechter te overtuigen (https://wetenschap.infonu.nl/recht-en-wet/199633-mogen-advocaten-liegen-tegen-de-civiele-rechter.html)
Een liegende partij in een procedure kun je daarop aanspreken en een liegende advocaat in zijn rol van advocaat ook, maar hou het wel zuiver wil je niet de verdenking op je laden dat je gewoon van een lastige professional af wil.
*) Spreekwoorden en gezegden met ‘liegen-als-een-advocaat’ (ensie.nl)
(c) dolf gregoire 2023.2