Op de site van Stimulanz – adviseur van veel gemeenten – vielen mij een tweetal artikelen op die gingen over WMO-advisering in Corona-tijd. Een ging over het op basis van een telefonisch contact indiceren – met o.a. het inzetten van videobellen en betrekken van huisgenoten bij het proces – en een tweede over juridische tips die met het telefonisch indiceren samenhangen.
De Corona-crisis heeft de WMO wetgeving niet veranderd. Nog steeds rust op de gemeente een zorgplicht en de invulling ervan vindt plaats door een onderzoek – keukentafelgesprek – waarbij de burger zich kan laten bijstaan door een zgn. cliëntondersteuner:
“Voor een zorgvuldig onderzoek zal veelal sprake zijn van enige vorm van persoonlijk contact met betrokkene of een vertegenwoordiger van betrokkene, aangezien daardoor een adequaat totaalbeeld van de betrokkene en zijn situatie verkregen kan worden.” (bron: Memorie van Toelichting WMO).
Er is geen RIVM-richtlijn waaruit volgt dat medewerkers die belast zijn met het indiceren, niet op huisbezoek mogen gaan. Wel moeten zij zich houden aan aanwijzingen bij het ziek zijn, over het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en het testen (zie https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/professionals/buiten-ziekenhuis).
het RIVM verbiedt geen huisbezoeken
Ik lees echter overal op gemeentelijke websites dat alle huisbezoeken in het kader van de WMO zijn afgeblazen. Is dat wel juist ? Aan het begin van de Corona-crisis schreef een aantal advocaten van Nijsingh advocaten daar een interessant artikel over:
“Of een huisbezoek geweigerd mag worden hangt af van de gevolgen die het niet afleggen van het bezoek voor de betreffende cliënt heeft. De zorg voor de cliënt zal, zo mogelijk, aangepast moeten worden waarbij fysiek contact/bezoek kan worden vermeden. Zo zullen huisbezoeken kunnen worden vervangen door telefonisch of videocontact. Noodzakelijke zorg kan worden geweigerd als de omstandigheden van dien aard zijn dat niet kan worden verwacht de zorg nog langer te verlenen en het risico dat de betrokken cliënt loopt door de zorg niet langer verleend te krijgen niet levensbedreigend is. De afweging dient van geval tot geval te worden gemaakt.”
(bron: https://www.nysingh.nl/blog/betekent-coronavirus-zorg-en-zorgverlening/ ).
Het belang van de burger bij een keukentafelgesprek is het startpunt en dan volgt een individuele afweging. Daar past het op voorhand afblazen van alle huisbezoeken dus niet bij. Ik denk dat het voorop stellen van het belang van de burger een juiste benadering is en een benadering die zeker geldt voor medewerkers van gemeenten. Zij zijn immers via de zorgtaak uit de WMO ook een zorgmedewerker geworden met een bijzondere opdracht in deze moeilijke tijd.
In het artikel van Stimulanz over de juridische aspecten van het telefonisch indiceren in de WMO vielen mij een aantal passages op:
“Vergeet niet heel goed te motiveren waarom u toekent of waarom u afwijst. Heeft dat te maken met de huidige bijzondere omstandigheden? Bijvoorbeeld omdat de situatie telefonisch niet duidelijk te krijgen is? Of omdat de voorziening niet geleverd kan worden? U wijst dan af tot u wel gewoon onderzoek kunt doen. (…) Let op de lengte van de toekenning, de looptijd van de beschikking. Het is heel goed mogelijk dat u de maatwerkvoorziening voor een beperkte periode wilt toekennen. Gemeenten zijn in principe vrij om zelf de looptijd van de beschikking te bepalen. Een korte toekenningsperiode is mogelijk als bijvoorbeeld nog niet alles duidelijk is. (…) Bij twijfel nooit een pgb toekennen.”
Bron: https://www.stimulansz.nl/7-juridische-tips-voor-telefonisch-indiceren/
Ik vind dat een aparte benadering die start met de opmerking dat op “huisbezoek gaan geen optie is”.
Dat uitgangspunt is naar mijn mening onjuist. De RIVM richtlijnen geven aan hoe gehandeld kan worden om gevaar te voorkomen en zo recht te doen aan het belang van de zorg vragende burger.
Blijkbaar is het gevolg van het door Stimulanz gekozen vertrekpunt dat de gemeente zelfs niets moet indiceren, althans liever iets te krap dan ruimhartig, kort en met voldoende argwaan jegens de altijd frauderende burger:
“Vermeld in het verslag en de beschikking dat het om een telefonisch onderzoek gaat en dat dit niet zorgvuldig is. Meld ook op welke punten nader onderzoek nodig is. Geef aan wanneer dat nadere onderzoek plaats kan vinden, bijvoorbeeld zo snel mogelijk als huisbezoek weer mogelijk is. Geef daarbij ook aan dat dit kan leiden tot herziening van het besluit of zelfs tot intrekking van het besluit.”
Bron: https://www.stimulansz.nl/7-juridische-tips-voor-telefonisch-indiceren/
die eenzame, wat beginnend vervuilende, verwarde man zit al 6 weken tussen vier muren en 20 pizza-dozen, en zijn zus vraagt voor de lol om een WMO-indicatie.
Het zou ook anders kunnen. Bij twijfel kan de medewerker gewoon op huisbezoek gaan. Er is niets dat hem/haar daarin tegenhoudt. De gemeente verwacht immers ook dat de arts, de verpleger en – op het gebied van de WMO – de thuiszorg-medewerker en gespecialiseerde begeleider haar/zijn werk doet op basis van een afweging van risico en belang van de burger. Je kunt er ook voor kiezen om op basis van je deskundigheid wat ruimhartiger te indiceren, er daarmee zorgen dat snel en voldoende zorg en begeleiding over de vloer komt en dan kan aan de hand van de daarmee beschikbare professionele informatie altijd nog de omvang worden bijgesteld.
Het extra belasten met kortdurende indicaties lost helemaal niets op. Tuurlijk, je hebt het als medewerker van de gemeente super-druk met MS Teams-vergaderingenn (en alle noodzakelijke cursussen/scholingen daarvoor) en het rondpompen van mails als je je caseload iedere 3 maanden moet doorploegen, maar daar gaat het in de WMO niet om. Je moet zorg verlenen die passend is en rust creëert in soms heftige en hectische situaties.
Dus Stimulanz en gemeenten, toon wat meer moed en adviseer om gewoon het persoonlijk gesprek aan te gaan met de burger die om ondersteuning vraagt. En als je gegronde redenen hebt om aan de veiligheid te twijfelen – en natuurlijk , laat daar geen misverstand over bestaan, die kunnen er zijn – dan zijn er professionals die wel over de vloer komen en waarmee je de omvang en duur van de ondersteuning altijd kunt bijstellen.
als niemand bij de mensen langs gaat, hoef je ook niets te indiceren.
(c) dolf gregoire 2020.4